Beleggen kan ook anders, en zinvol!

Met dit artikel willen we een update geven over het fenomeen crowdfunding in combinatie met impact. De adviseur van de klant, of deze nu financieel planner, accountant, belastingadviseur, family office, vermogensbeheerder of beleggingsspecialist is, ontkomt er niet aan om crowd- of maatschappelijke funding een plaats te geven in het totale financiële plaatje en het vermogen van de klant. Het risico bestaat dat de klant door de bomen het bos niet ziet, en daar ligt ook qua selectie een mooie kans voor adviseurs om klanten te helpen en te begeleiden. Niet alleen als de klant hierom vraagt, maar proactief kun je als trusted adviseur jezelf alvast verdiepen in de aanbieders, de projecten, de verschillende instrumenten (obligaties of aandelen), maar ook de diverse platformen. Zeker nu er ook door de AFM een duidelijker dan vroeger, regelgevend kader is opgesteld.

Een artikel van mw. I. Langeraert en R.G.J. van Beek CFP® €FA FFP uit Vakblad Financiële Planning 2019/46. Afl. 5 — mei 2019.

Robert van Beek CFP® €FA FFP is zelfstandig consultant bij About Life & Finance BV te Roosendaal. Irma Langeraert is managing partner bij ILFA Group en het maatschappelijke fundingplatform AndersFinancieren, eveneens gevestigd te Roosendaal. AndersFinancieren is één van de drie crowdfundingplatformen welke opereert op basis van een vergunning als beleggingsonderneming.

Inleiding

(Vermogende) spaarders en obligatiebeleggers zijn op zoek naar rendement. De rente op spaarrekeningen staat al jaren zo laag dat sparen met de box 3-heffing een negatief rendement oplevert. Veel mensen hebben een (lange) zoektocht afgelegd naar rendement, maar vinden dit niet in aandelen of directe vastgoedbeleggingen zoals verhuurde (vakantie)woningen. Geld blijft bij gebrek aan andere alternatieven op de bank of spaarrekening staan. Veel beleggers, hun vermogensbeheerders en adviseurs, moeten of willen ook nog steeds naar obligaties kijken als onderdeel van hun totale asset allocatie. Maar ook de verwachte rendementen op klassieke, beursgenoteerde obligaties blijven laag.

Voor maatschappelijke, Nederlandse organisaties die op zoek zijn naar financiering bestaat een vergelijkbare zoektocht. Het invullen van de financieringsbehoefte voor deze organisaties wordt, zeker als het om onroerend goed gaat, door banken steeds moeilijker. Dit heeft weinig te maken met de businesscase, maar alles met de verscherpte eisen onder Basel IV. Omdat het koppelen van vraag en aanbod van geld buiten een bank om, niet goed functioneert, leidt dit inmiddels in de reële economie tot hoge rentepercentages. Dit ondanks dat de officiële rente toch laag staat en we duidelijke tekenen zien van een in middels (in sommige regio's en steden sterk) herstellende vastgoedmarkt.

Een crisis heeft vaak als voordeel dat mensen bewuster gaan leven en bewuster omgaan met hun geld en vermogen. Er ontstaat een verhoogde aandacht voor de mens zelf, de maatschappij, duurzaamheid, het klimaat en het milieu. Het moment zou je zeggen waarop par tij en aan beide kanten van de balans elkaar zouden moeten gaan vinden. (Crowd)fundingplatformen waar geldgevers en geldnemers aan elkaar worden gekoppeld, kunnen en willen hier een belangrijke rol in vervullen. Het goed van de grond krijgen van dit zogenaamd ‘alternatief’ financieren vraagt echter van de beleggers een bezinning op hun asset allocatie, van beleggingsadviseurs en vermogensbeheerders dat men de illiquide markt betrekt in hun afwegingen en dat de toezichthouder een duidelijk wettelijk kader neerlegt. Dan weten zowel beleggers als hun adviseurs wat ze kunnen en mogen verwachten van de (crowd)fundingplatformen.

Alternatieve financiering

De overheid, zorgverzekeraars, zorgverleners en banken hebben allemaal een rol en verantwoordelijkheid in de zorg voor mensen in onze maatschappij. Nieuwe regels rond financiering voor banken (Basel IV) en de toename van kosten en een terugtredende overheid inzake financiering van de zorg, zorgen voor veel uitdagingen. Er ontstaan meer publiek private samenwerkingen. Als ze met elkaar de handen in elkaar slaan, kunnen organisaties gefinancierd en geholpen worden en een kwalitatieve zorgverlening en huisvesting mogelijk maken. In januari van dit jaar is door Helen Toxopeus vanuit wetenschappelijk onderzoek aangetoond met een proefschrift dat de financiële sector duurzame innovatie slimmer kan financieren. Ook vanuit Europa (Council of the European Union) is er heel recent nog een notitie geschreven over hoge (compliance) kosten, administratieve belemmeringen maar ook liquiditeit en toegang tot de kapitaalmarkten in verband met financiering en kapitaalverstrekking middels aandelen en obligaties via (MTF-)platformen aan groeiende SME (kleine en middelgrote) ondernemingen. Europa roept op om verbeteringen door te voeren, maar ook om meer promotie te maken voor MTF- en hiermee ook crowdfundingplatformen! Zie Council of the European Union, 2018/0165 (COD, EF100 ECOFIN 285 CODEC 651 IA 103) 15 Maart 2019 Promotion SME growth markets EU
596/2014 and EU 2017/1129.

Welke rol crowdfundingplatformen hebben, en ook welke (basis)stappen en onderdelen uitmaken van financiering wordt duidelijk in figuur 1.

Figuur 1: Financiering, de verschillende stappen, onderdelen, begrippen, factoren en actoren

Alternatieve financiering door gestapelde financiering in de zorg

De kredietverlening door klassieke bankleningen blijft ook onverminderd lastig voor mkb-ondernemingen. Hier zie je dat dit probleem zoals vanouds, opgevangen wordt door succesvolle ondernemers die startende of bevriende ondernemers willen helpen. Vraag naar en aanbod van vermogen worden hierbij direct (onderhands) of via bemiddeling samengebracht. En waarom zouden ondernemers in plaats van alleen maar in klassieke beursgenoteerde aandelen van corporate ondernemingen of beleggingsfondsen niet ook (een deel van) hun vermogen investeren in bedrijven waar ze meer voeling bij hebben? Al dan niet in hun eigen regio, met daarbij desgewenst een actievere aandeelhoudersrol spelen, of vanuit hun ideologie en waarden, om collega-ondernemers te helpen. De business angels blijven populair. Aan de andere kant van het spectrum zijn er de kredietunies die in de praktijk dan weer voornamelijk een sociaal-maatschappelijke rol vervullen.

Een vergelijkbaar proces moet ook voor de maatschappelijke en zorgsector mogelijk zijn. We hebben er allemaal belang bij dat vernieuwing en verduurzaming van zorg, betaalbaar wonen en wonen met zorg, voortvarend wordt opgepakt. Dit kan alleen als er meer gebruikgemaakt gaat worden van zogenaamde gestapelde financiering.

Een eerste groot gedeelte van het vermogen van een traditionele (zorg)organisatie wordt gevormd door het eigen vermogen. Het vreemd vermogen wordt door de bank verstrekt via een klassieke financiering op basis van een onderpand. Als een derde deel toegevoegd wordt, bijvoorbeeld door obligaties via derden, kan zowel een deel van het eigen vermogen in plaats van uitgebreid, terug verminderd worden als ook het bancaire krediet blijven bestaan, waardoor je totaal weer in balans is. Onnodig besparen op uitgaven om middels winst het Eigen Vermogen te versterken kan op deze wijze worden voorkomen.

Figuur 2: Gestapeld financieren: in plaats van meer eigen vermogen en minder bancair krediet, behoud van het bancair krediet en toevoeging van vermogen via derden

De vormen van deze alternatieve financieringsvormen zijn divers. Zo zijn er kleine (converteerbare) obligatieleningen uitgegeven voor een groot publiek (zelfde domein als waarbinnen crowdfundingplatformen actief zijn), maar ook leningen via crowdfundingplatformen. (Crowd)funding van (maatschappelijk) vastgoed is in populariteit erg sterk toegenomen de afgelopen tijd.

Toezicht door AFM op instrumenten en/of platform

Als het via een platform mogelijk is om te investeren in een onderneming door koop van verhandelbare aandelen of obligatie(s), dan is er sprake van aankoop van effecten waarbij een platform orders ontvangt en doorgeeft. Voor de beleggingsdienst (order remissier) is dan een vergunning als beleggingsonderneming van toepassing. Is het ook mogelijk om andere leningen dan obligaties te verstrekken, dan dient de beleggingsonderneming (het platform) ook een ontheffingbemiddeling in opvorderbare gelden te hebben. Eventuele betaaldiensten, of hypotheekverstrekkingen aan consumenten of ondernemers betekenen ook vergunningen voor bemiddelen in betaalrekeningen en krediet.

Platformen die bemiddelen in leningen dienen vooralsnog niet te opereren binnen de Wet financieel toezicht. Deze ruimte is destijds geboden om de start van crowdfunding in Nederland mogelijk te maken. De AFM houdt wel toezicht en heeft sinds 2016 na een eerder rapport van 19 december 2014 een focus gelegd op de werking van crowdfundingplatformen. Na onderzoeken zijn er een aantal zaken aangescherpt en zeker voor wat betreft informatieverstrekking bleek met een beleidsregel dat informatie en meer specifiek over projecten, een verbeterslag moest plaatsvinden. Op 28 februari 2019 werd gesteld dat de informatieverstrekking bijvoorbeeld over nettorendement en verbeterd is. Deze conclusie trok de AFM na een self-assessment uitgevoerd in 2018 onder 47 platformen.

Een aantal randvoorwaarden die eerder al gesteld werden, zijn bijvoorbeeld:

  • Een advies om maximaal 10% van het vrij belegbare vermogen te investeren in crowdfunding;
  • Een maximaal te investeren bedrag per platform;
  • Transparantie over betalingsachterstanden, afboekingen en over nettorendementen.

Ondanks deze aanvullende voorwaarden is het regime waaronder deze platformen leningen uitgeven nog altijd lichter dan de platformen welke onder MiFID II obligaties en/of equity/aandelen aanbieden. Met name de zorgplicht richting retail, vermogende en inmiddels professionele belegger is aanmerkelijk zwaarder. Ook moeten platformen met een vergunning twee keer per jaar bij De Nederlandsche Bank aantonen dat zij voldoende solvabel zijn om de continuïteit in de dienstverlening aan hun beleggers te borgen. Des te bijzonder is het dat de crowdfundingplatformen geen zogenaamd ‘wildwest bordje’ dienen te voeren.

Terwijl platformen welke opereren op basis van een vergunning de volgende melding dienen op te nemen indien zij gebruikmaken van de prospectusvrijstelling:

Voor de retailbelegger is dit erg verwarrend. Niet zelden bestaat de perceptie dat een obligatielening aangeboden via een platform dat opereert onder volledig toezicht qua vergunning een hoger risicoprofiel heeft dan een lening via een crowdfundingplatform welke functioneert op basis van een ontheffing.

De AFM heeft wel een register aangelegd waarbij van de crowdfundingplatformen vermeld staan: vergunning of vrijstelling, maar ook algemene gegevens zoals KvK-nummer en de adresgegevens. Ook de activiteiten die uitgeoefend mogen worden bij zowel de vergunning of de ontheffing staan vermeld. Het register en de vergunning zijn alvast zeer belangrijke stappen, maar in een markt met groeiende interesse bestaat er natuurlijk altijd een risico dat wet- en regelgeving en/of de AFM achter de feiten aanloopt en dus ook niet-bonafide par tij en actief zijn/worden! Daarom heeft de AFM een monitoring waarbij jaarlijks uiterlijk op 30 september (over januari-juni) en op 31 maart (over juli-december) een monitoringformulier ingevuld en ingezonden dient te worden.

Voor platformen die nu werken op basis van een ontheffing is Europese wetgeving in de maak. Hoewel er nog veel werk is te verzetten, is de verwachting dat de wetgeving medio 2020 van kracht zal worden. Voor een deel van de platformen zal de transitie die zij vervolgens moeten doormaken een brug te ver zijn. Momenteel zijn er al 16 van de 51 geregistreerde platformen inactief.

Informatievoorziening en investeerderstoets

Op het gebied van informatievoorziening dient een platform een aantal zaken te regelen waaronder een investeerderstoets. Deze toets is vormvrij maar dient in correcte, duidelijke en niet-misleidende bewoordingen te zijn opgesteld. De gemiddelde consument moet deze kunnen begrijpen en de tekst mag niet wervend zijn, want projecten mogen niet worden aangeprezen. De suggestie mag niet worden gewekt dat er sprake is van een aanbeveling! De toets zelf dient te checken of kennis en ervaring aanwezig zijn bij de consument om te begrijpen welke risico's verbonden zijn aan het project, crowdfunding in algemene zin en het specifieke platform. Met de eerdergenoemde spreiding dient dan ook geïnventariseerd te worden of een verantwoord deel van het vrij belegbaar vermogen (maximaal 10%) belegd wordt. Ook de communicatie over uitslag van de toets moet objectief gebeuren. Bij een negatieve uitslag moet de consument via een waarschuwing nadrukkelijk gewezen worden op de risico's.

Rendement, risico, kosten en meer

Crowdfunding is zeker ook met de door de AFM geformuleerde begrenzing van 10% van het vrij belegbaar vermogen, te beschouwen als een beleggingscategorie. De rendement- en risicoafweging moet net zoals bij andere assets gemaakt worden en belangrijker nog, juist bezien worden in combinatie met de andere traditionele beleggingscategorieën waarover het belegbaar vermogen gespreid wordt. De specifieke beleggingsrisico's zijn inherent aan (beursgenoteerde) aandelen- of obligatiebeleggingen.

Specifiek voor crowdfunding komen daar ook nog bij:

  • Operationele risico's van platform;
  • Faillissementsrisico;
  • Betalingsrisico tussentijdse of aan einde looptijd rente- en aflossingsverplichtingen;
  • Verhandelbaarheid/liquiditeit als dit via het platform mogelijk is.

Omdat er ook platform-specifieke risico's zijn, worden door de AFM ook geschiktheidseisen aan bestuurders van crowdfundingplatformen gesteld bij het verlenen van de vergunning.

Johan Leupen, 20 september 2018, het Financieele Dagblad.

Rol van adviseur

Wanneer een klant bij de adviseur komt met een vraag over crowdfunding is het goed even stil te staan bij de motivatie van de klant. De waarom-vraag dient gesteld te worden ook voor jezelf als financieel planner of (vermogens)adviseur om een goede afweging te maken of, en zo ja, hoe je je klant verder wil begeleiden.

Je klant kan een (vermogende) persoon of familie zijn die zich afvraagt of deze manier van beleggen een alternatief kan zijn voor een deel van zijn beleggingsportefeuille of aanvullend als onderdeel van de totale asset allocatie van zijn of haar vermogen.

In dat geval kan diversificatie, door te investeren in een lening aan een (zorg of maatschappelijke) organisatie een mooi of interessant idee zijn waarbij de andere obligatiebeleggingen (vervanging of uitbreiding) in lijn moeten zijn met het beleggings- en risicoprofiel van de klant. Meer en meer zie je dat investeerders het verschil willen maken en met bijzondere aandacht focus willen leggen op maatschappelijk relevante investeringen: Impact investing! Deze belegger wil op een bijzondere manier betrokken zijn bij de doelstelling van de geldvrager en/of hun inleg voor een deel als een gift zien of de projecten staan dichter bij persoonlijke drijfveren en de beleving van de belegger.

Belangrijk is dat de afweging gemaakt moet worden samen met de klant of crowdfunding via lening of aandeel, past in het totale plaatje past bij de risico's, de kennis en ervaring, de beleggingsportefeuille maar ook het beleggings- of risicoprofiel van de klant (zie R.G.J. van Beek & R. Wernsen ‘Adviseur moet af van klassieke asset allocatie!) Wanneer rente ontvangen wordt, dient natuurlijk de verstrekking van de lening, maar ook de rente en aflossingen afgestemd te worden met de inkomensdoelstelling.

Neem voor meer informatie contact op met Robert van Beek (info@robertvanbeek.eu) of Irma Langeraert (irma@ilfa.nl).